Dit concludeert de werkgroep voor Gedwongen of Onvrijwillige Verdwijningen van de VN volgens El País naar aanleiding van vele gesprekken die de werkgroep afgelopen week voerde met zowel de slachtoffers van het Franco- regime als diverse autoriteiten in Madrid, Catalonië, Andalusië en Baskenland.
De werkgroep voor Gedwongen of Onvrijwillige Verdwijningen van de VN kwam na de gesprekken van vorige week met slachtoffers en besturen van de staat en de autonome regio’s tot de voorlopige conclusie dat de Spaanse regering te weinig hulp biedt aan de slachtoffers van het Franco-regime.
Plicht staat
Momenteel is de zoektocht naar de tijdens het Franco-bewind aangehouden en mogelijk gefusilleerde personen nog enkel een zaak van de familieleden. De experts van de VN zijn echter van mening dat de zoektocht ‘geen taak mag zijn van familieleden, maar een plicht is van de staat’. De regering zou haar verantwoordelijkheid moeten nemen en de verdwijningen moeten onderzoeken en veroordelen. Hiervoor moet zij de principes van de universele rechtspraak herstellen en toepassen.
Betreurenswaardig
De afgevaardigden van de VN vinden het betreurenswaardig dat Spanje zo weinig financiële en juridische hulp geeft aan slachtoffers en instanties die op zoek zijn naar informatie en gerechtigheid. In 2008 werd het eerste en enige onderzoek gedaan naar de verdwijningen tijdens de dictatuur onder Franco. De resultaten hebben toen niet geleid tot veroordelingen of verder onderzoek. De werkgroep stelt dan ook voor dat de resultaten uit dit eerste onderzoek worden gebruikt als startpunt.
Overigens is Spanje niet verplicht iets te doen met deze eerste bevindingen van de werkgroep, al zal de VN over twee jaar wel een controlerapport uitvoeren om te zien of Spanje de bevindingen in aanmerking heeft genomen.