Spaanse eerstelijnszorg slaat alarm

door admin
Spaanse eerstelijnszorg slaat alarm

De krant InfoLibre interviewt Meritxell Sánchez Amat voor de tweede keer. De eerste keer was in mei 2020 net na het dieptepunt van de eerste coronagolf. Toen zei Sánchez Amat dat de eerstelijnszorg de Assepoester van het systeem was geworden en gaf aan zich zorgen te maken over wat komen zou. 

Inmiddels verzet ze zich tegen al te catastrofaal denken. Het discours dat alles in de eerstelijnszorg nu slecht is, drijft mensen sneller naar de eerste hulp of naar de particuliere zorg. Anderzijds wil ze het ook niet al te positief voorstellen. “We zijn weer redelijk in het normale ritme aan het komen met heel veel zaken waarin we achterlopen. Er is gebrek aan personeel, er is minder aanwezigheid dan voor de pandemie. We slepen ons voort temidden van tekorten, waarvoor geen financiële injectie is geweest.”

De arts is niet blind voor wat er om haar heen is. Ze ziet vermoeidheid en weinig uitzicht op verbetering. “Er zijn huisartsen die ervan overtuigd zijn dat ze zullen vertrekken omdat ze niet willen werken als ze de minimumnormen niet kunnen handhaven [in de zorg]. Ze vertrekken naar het buitenland, of gaan met verlof… “

Groot aantal zorgprofessionals binnenkort met pensioen

Haar visie komt volgens Infolibre in wezen overeen met de rest van de indrukken die voor het artikel zijn verzameld, waarin wordt gewaarschuwd voor het uitblijven van een reactie van de overheid op de op handen zijnde golf van artsen en andere zorgprofessionals die met pensioen gaat. Een golf die nog wordt verergerd door de ‘vlucht van de witte jassen’.

Waar is 1.089 miljoen euro?

De staatsbegroting voor 2022 – die nog goedgekeurd moet worden – is met teleurstelling ontvangen. Er is veel kritiek op het gebrek aan uitleg van het ministerie van Volksgezondheid over de bestemming van de 1.089 miljoen die in de begroting van 2021 stond ​​vermeld. Analisten, vakbonden en medische verenigingen eisen dat investeringen in de eerstelijnszorg bijna 25% van de gezondheidsuitgaven bedragen.

De Spaanse Vereniging voor Gezins- en Gemeenschapsgeneeskunde (Semfyc) claimt 2.5 miljard euro. De huisartsen van hun overkoepelende vereniging Semergen  schatten dat er tussen 9.000 en 11.000 professionals verdwijnen bij de ‘generatiewisseling’.

Situatie legt particuliere zorgsector geen windeieren

Men is er van overtuigd dat de verslechtering van de eerstelijnszorg de weg vrijmaakt voor de voortzetting van de flinke opmars van de particuliere verzekeringen. Deze sector ligt in 2021 op schema om het record van 2020 te overtreffen. Als de trend niet wordt gekeerd, zal de publieke zorg aan aanzien verliezen en meer en meer mensen zullen geneigd zijn zicht tot particuliere hulp te richten bij het zoeken naar flexibele oplossingen. Ze gebruiken dan de publieke gezondheidszorg slechts als een stap om toegang te krijgen tot gratis medicijnen en aanvullende tests en onderzoeken. Dit stelt een manifest dat door de Fadsp wordt gepromoot.

“Een van de grote troeven van de eerstelijnszorg – benadrukt Marciano Sánchez Bayle, voorzitter van de Fadsp – is de grote waardering die de bevolking ervoor heeft. Het zou heel slecht zijn als dat verloren gaat” en zou bovendien “ongelijkheid genereren”.

Arts en analist Juan Simó, auteur van de blog Health, money and Primary Care, stelt dat er een direct evenredig verband bestaat tussen de verslechtering van het openbare systeem en vertrek naar de particuliere sector: “We weten al wat we moeten doen als we de particuliere ziektekostenverzekeringen hun beste jaren gunnen: minder investeren in de volksgezondheid, vooral in de eerstelijnszorg en meer specifiek in eerstelijnsartsen.”

Dit is hoe Meritxell Sánchez Amat, het ook dagelijks hoort. Mensen zeggen dat ze een second opinion wilden of zich tot de particuliere sector hebben gewend omdat ze via de publieke eerstelijnszorg niet bediend werden. Velen denken ook dat ze met zo’n particuliere verzekering geld uitsparen voor het publieke systeem, maar dat is niet waar”, legt Sánchez Amat uit.

Bestaande problemen

De teloorgang is al langer geleden begonnen. De eerstelijnszorg was al getroffen door de grote economische crisis vanaf 2008 en de bezuinigingen vóór de covid. Waren de uitgaven aan deze zorg in 2009 nog 10.4 miljard euro, tien jaar later was dat 9.8 miljard. Het percentage zorginvesteringen in de eerstelijnszorg daalde in dezelfde periode van 14,9% naar 14,2%. Een gebrek aan investeringen dat zich in 2019 vertaalde in een verhouding artsen van 0,78 per 1.000 inwoners en 0,7 verpleegkundigen per 1.000 inwoners. Dat is onder het OESO-gemiddelde en ver van Portugal – meer dan 2 –, België, Frankrijk of Ierland.

Meer dan 41% van de huisartsen had vóór de pandemie quota van meer dan 1.500 patiënten, een grens die volgens het ministerie niet mag worden overschreden.

Uit een studie van het ministerie van Volksgezondheid blijkt al dat de toekomst van de eerstelijnszorg al “zorgwekkend” was vóór de covid: Slechts 13% van de gezondheidswerkers is jonger dan 39 jaar. Daarbij komt nog de instabiliteit van de arbeidsvoorwaarden. In 2017 was slechts 6,9% van de contracten van huisartsen voor onbepaalde tijd.

Eerstelijnszorg leed al meeste onder economische crisis

José Martínez Olmos, professor aan de Andalusische School voor Volksgezondheid, herinnert zich dat de in het onderzoek geschetste problemen het ministerie van Volksgezondheid ertoe hebben aangezet een strategisch kader te ontwikkelen. Dit moest helaas vanweg de pandemie worden “uitgesteld”. Maar de uitdagingen, zegt hij, blijven.

De eerstelijnszorg, die in 30 jaar niet is hervormd, is “de gezondheidsdienst die het meest heeft geleden tijdens de crisis”. Daar kwam de pandemie nog eens overheen. “Met de pandemie zijn de gezondheidscentra praktisch gesloten geweest en werden vooral telefonische afspraken gemaakt.”

Ernstige gevolgen voor armste, oudste en meest zieke bevolking

De situatie is ernstig”, legt Sánchez Bayle van Fadsp uit, die een manifest heeft gepromoot met deelname van verenigingen zoals Medicus Mundi, Red Española de Atención Primaria en de vakbonden CCOO en UGT. Hierin wordt gewaarschuwd voor een “progressieve achteruitgang” en “verzadiging” van de eerstelijnszorg die “ernstige gevolgen” zal hebben voor de armste, oudste en meest zieke bevolking.  

Het ministerie van Volksgezondheid heeft deze maand gereageerd door een plan aan te kondigen dat voor het einde van het jaar gereed moet zijn. Sánchez Bayle is sceptisch: “Je kunt niet altijd je toevlucht nemen tot goede bedoelingen.”

Wat is er eigenlijk met de begroting voor de zorg van 1.089 miljoen euro gebeurd? Rosa Medel, woordvoerder gezondheid van Unidas Podemos is duidelijk: “Dat geld is niet naar de autonome gemeenschappen gestuurd en daar niet uitgegeven”. Sánchez Bayle bevestigt ook dat er geen bewijs is van uitgave van de 1.089 miljoen. “Misschien is het besteed aan vaccins”, waagt hij.

José Martínez Olmos, van de Andalusische School voor Volksgezondheid, voegt een ander standpunt toe over de 1.089 miljoen: “Afgezien van het feit dat niet alles is uitgevoerd, moet de investering niet alleen van de centrale overheid komen, maar liggen er ook bevoegdheden en plichten bij de autonome regio’s. Om de eerstelijnszorg in Spanje in conditie te brengen, zijn tussen de 8 en 10 miljard euro nodig”.

infoLibre schrijft herhaaldelijk geprobeerd te hebben om uitleg te krijgen van het ministerie van Volksgezondheid over de bestemming van de 1.089 miljoen euro, maar zonder succes.

Dit vind je misschien ook leuk