De bendeleider is Antonio Tejón, een van de meest actieve drugshandelclans in het probleemgebied Campo de Gibraltar. Hier, in en rond de rots van Gibraltar en de baai van Algeciras, vindt al jaren een levendige drugshandel plaats waar de autoriteiten maar moeilijk paal en perk aan kunnen stellen.
RTVE.es meldt dat de aanklager in totaal 1.787 jaar gevangenisstraf en ruim 15 miljard euro aan boetes eist voor Antonio Tejón, ‘el Castaña’, en de 151 medewerkers. Met die medewerkers slaagde Tejón erin, zelfs vanuit de gevangenis, een netwerk in stand te houden met “onophoudelijke” activiteit om hasj-paketten vanuit Marokko aan de Andalusische kust te introduceren. Die activiteiten gingen zelfs door tijdens de lockdowns als gevolg van de covid-pandemie.
Provinciaal gerechtshof aangepast
De omvang van dit proces is zodanig dat de Junta de Andalucía meer dan 150.000 euro heeft geïnvesteerd om het Provinciaal Gerechtshof van de provincie Cádiz, met het hoofdkantoor in Algeciras, aan te passen. In de zittingszaal op de eerste verdieping, waar naast het merendeel van de beklaagden ook de rechters, officieren van justitie en advocaten komen te zitten, is het verdedigingsplatform uitgebreid.
De rest van de beklaagden zal in de verhoorzalen op de begane grond zitten, waar schermen en een computersysteem zijn geïnstalleerd. Op die manier kunnen ze het proces voortdurend live volgen. Alleen als ze worden opgeroepen om te getuigen, doen ze dat op de eerste verdieping.
De rechters zelf zullen eveneens via een gesloten circuit op elk moment beelden kunnen zien van de andere kamers waar de beklaagden zich bevinden. Voor dit enorme proces tegen de ‘Bende van de Kastanjes’ staan 32 zittingen gepland.
Tegen Tejón is meer dan 15 jaar geëist
Dit proces is met name gericht tegen Antonio Tejón, die samen met zijn broer Francisco, ‘Isco’, deze clan leidt. Daarnaast is het gericht tegen het netwerk waarmee hij in 2020 samenwerkte vanuit zijn preventieve hechtenis voor een andere zaak die verband houdt met drugshandel.
In zijn brief, waartoe Efe toegang heeft gehad, eist de anti-drugsaanklager 15 jaar en 9 maanden gevangenisstraf en een boete van 104 miljoen euro voor misdaden tegen de volksgezondheid, opvang en smokkel (voor het gebruik van verboden drugsboten) en lidmaatschap van een criminele organisatie.
Rest van beklaagden verdeeld in twee groepen
De rest van de beklaagden is verdeeld in twee groepen: de 45 die deel uitmaakten van de hoogste echelons van de organisatie en nog eens honderd die voor hen werkten en minder relevante taken deden, zoals toezicht houden of paketten verzamelen.
Het Openbaar Ministerie vraagt voor hen samen twee boetes van 50 miljoen euro. Maar per verdachte zijn de gevangenisstraffen anders afhankelijk van hun taken en mate van deelname.
Het onderzoek dat leidde tot de ‘Dismantle’-zaak, werd in 2020 uitgevoerd door de OCON SUR-groep van de Guardia Civil. Hierin volgden de agenten dit netwerk dat in een paar maanden tijd, deels tijdens de lockdown, minstens 9.000 kilo hasj binnenbracht langs de Andalusische kusten.
Antonio Tejón leidde het netwerk vanuit de gevangenis
Volgens het Openbaar Ministerie verspreidde Tejón de bevelen via een van zijn mannen, die hem in de gevangenis bezocht, totdat hij voorlopig werd vrijgelaten. Vervolgens kon hij op verschillende plaatsen leden van de bende ontmoeten totdat hij opnieuw werd gearresteerd.
In de brief vertelt het Openbaar Ministerie hoe het netwerk beschikte over drugspieren, -boten, drones, vissersboten, tractoren, vrachtwagens en tal van middelen om hun illegale waar binnen te halen.
Slechts vier maanden nadat hij in een andere zaak werd vrijgesproken keert Antonio Tejón terug naar de beklaagdenbank. In die andere zaak werd hij samen met zijn broer ‘Isco’ en veertien andere personen berecht voor zijn vermeende relatie met twee ladingen hasj die in 2016 werden onderschept in La Línea de la Concepción (Cádiz).
De aanklager had 20 jaar gevangenisstraf en een boete van vier miljoen euro geëist voor de twee broers. Desondanks veroordeelde de rechtbank ‘Isco’ slechts tot drie jaar en een maand gevangenisstraf voor een misdrijf tegen de volksgezondheid wegens hasjhandel en sprak hij de rest vrij. Die vrijspraak was het gevolg van het feit dat een directe link tussen die verdachten en de twee drugsladingen “niet bewezen kon worden beschouwd”.