Daarvan wordt 14,5 miljoen euro gebruikt om de uitrusting van gezondheidscentra te verbeteren.
In de aanloop naar de verkiezingen van 28 mei komt de Spaanse premier – en voorzitter van de PSOE- Pedro Sánchez met een dagelijkse aankondiging; het meest tastbare voorbeeld van de strategie om het beleid van de socialistische regeringen sinds de pandemie te rechtvaardigen. Hij wapent zich daarmee tegen het anti-sanchisme dat de rechtervleugel aanwakkert.
Kritiek vanuit rechts
‘De rechtervleugel doet geïrriteerd, en beschuldigt mij ervan een man te zijn die veel toezeggingen doet. We doen niet alleen toezeggingen, we publiceren ze in het Staatsblad, dat is iets heel anders. Wat we zeggen dat we doen, doen we ook’, zei Sánchez tegen 1.500 activisten en aanhangers in Valladolid. Een dag eerder, op een evenement van de PSOE, liep hij vooruit op de goedkeuring in de Ministerraad van dinsdag van een investering van 580 miljoen voor eerstelijnszorg.
De rechtse kritiek op Sánchez staat in contrast met het enthousiasme waarmee de lokale kandidaten van de PSOE op de ene na de andere bijeenkomst het hoofd van de regering beoordelen.
In april heeft de interterritoriale raad van het nationale gezondheidsstelsel het plan voor de verbetering van de communautaire infrastructuur voor geestelijke gezondheidszorg goedgekeurd. Nu regelt de regering de verdeling daarvan over de autonome gemeenschappen. Andalusië, met de meeste inwoners, zal 7 miljoen ontvangen, gevolgd door Catalonië (6,5 miljoen), Madrid (5,6 miljoen) en de Valenciaanse Gemeenschap (4,3 miljoen).
Waar wordt het geld voor gebruikt?
Dit geld zal worden gebruikt voor de financiering van een breed gebied, van psychometrisch onderzoeksmateriaal tot geestelijke gezondheidsteams voor kinderen en jongeren. ‘We moeten geestelijke gezondheid zichtbaar maken, erover praten, economische middelen ter beschikking stellen en vooral niet stigmatiseren. We moeten het behandelen als een ziekte waarvoor een remedie bestaat. We zijn aan de slag gegaan en hebben een strategie bijgewerkt die sinds 2009, toen Zapatero premier was, niet meer was uitgevoerd. Vervolgens was daar premier Mariano Rajoy, die niets deed,’ benadrukte Sánchez over een volksgezondheidsprobleem dat, mede door de pandemie, geen taboe meer is en een enorme relevantie heeft gekregen.
Plan voor geestelijke gezondheidszorg
Vorig jaar lanceerde de Spaanse regering het plan voor geestelijke gezondheid, met 100 miljoen euro uit de algemene staatsbegrotingen voor 2022, 2023 en 2024. De regering heeft vorig jaar al 24 miljoen euro vanuit het plan overgemaakt aan de autonome gemeenschappen. Maar, tegelijkertijd heeft zij ook andere maatregelen genomen. Zo heeft de zelfmoordhotline (024) sinds de oprichting een jaar geleden tot eind april al118.885 oproepen verwerkt. Dat zijn er gemiddeld 335 per dag.
‘We laten ons gezicht zien, we gaan niet uit de weg, we staan niet aan de zijlijn, in tegenstelling tot de rechtervleugel’, aldus Sánchez, die eraan toevoegde dat ‘drie van de vier regio’s die het minst uitgeven aan volksgezondheid ‘worden geregeerd door de PP en geen enkele door de PSOE’.
Madrid geeft per persoon het minst uit aan gezondheidszorg
De gemeenschappen hebben voor 2023 een gemiddelde gezondheidszorguitgave begroot van 1.808,5 euro per inwoner. In Madrid is dit met een budget van 1.446 euro per inwoner het laagst, Catalonië (1 456), Murcia (1 535) en Andalusië (1 605) geven iets meer uit. De regio’s met de hoogste budgetten zijn Asturië (2 133), Baskenland (2 130), Extremadura (2 092) en Navarra (2 020).