De boete van 587.413 euro werd haar enkele weken geleden opgelegd door Pedro Horrach, de openbaar aanklager anti-corruptie in de zaak Nóos. De prinses zou ter waarde van dit bedrag profijt hebben behaald uit de gefraudeerde gelden die via de Stichting Nóos terechtkwamen bij Aizoon, het bedrijf waar Cristina samen met haar man Iñaki Urdangarín eigenaar van was. Met dit geld betaalde zij privézaken, waaronder een dure verbouwing van haar woning in Barcelona.
Urdangarín was tevens voorzitter van de non profitorganisatie Stichting Nóos en wordt ervan verdacht samen met zijn voormalig zakenpartner, via die stichting bijna 6 miljoen euro aan overheidsgeld te hebben verduisterd en weggesluisd.
Cristina’s advocaat, Miquel Roca, gaf meteen na het vonnis al aan dat de prinses het geld onmiddellijk zou betalen om zich vrij te maken van alle civielrechtelijke als strafrechtelijke verantwoordelijkheid.
Nóos
Stichting Nóos was een non-profitsponsoringorganisatie op de Balearen die voor de organisatie van sportevenementen voor goede doelen geld aantrok van overheden. Miljoenen euro’s aan publiek geld zouden echter zijn doorgesluisd naar een netwerk van commerciële bedrijven, onder andere via fictieve facturen voor lobbywerk voor lokale en regionale overheden.
Hoofdverdachten
Hoofdverdachten Hertog van Palma Iñaki Urdangarin en zijn ex-zakenpartner Diego Torres worden onder meer aangeklaagd voor verduistering, valsheid in geschifte, fraude en witwassen van geld. Zo declareerden zij onder andere niet gemaakte kosten via allerlei bedrijven waarvan ze eigenaar waren, maar die meer op papier dan in werkelijkheid bestonden.
Gevangenisstraf
Tegen Urdangarín wordt 20 jaar gevangenisstraf geëist. Vijftien andere personen worden indezelfde zaak vervolgd, waaronder Diego Torres, voormalig zakenpartner van Urdangarín en zijn vrouw Ana Maria Tejero.
Cristina en haar man werden al bij het begin van het onderzoek naar de frauduleuze handelingen geschrapt uit de koninklijke agenda en wonen geen enkele officiële gebeurtenis van de Spaanse koninklijke familie meer bij.
Voor kerstavond
Rechter José Ruiz in deze zaak zal voor kerstavond beslissen of Cristina al dan niet moet verschijnen in de rechtbank als getuige in de strafzaak. Haar advocaten hebben een beroep gedaan op de Botín-doctrine. Deze zegt dat iemand van vervolging wordt ontslagen wanneer er geen officiële partij als aanklager fungeert. In het geval van Cristina vinden zowel de rechter als de openbaar aanklager Pedro Horrach dat op basis van de beschikbare informatie de prinses zich niet schuldig zou hebben gemaakt aan strafbare feiten.