De Moorse geschiedenis van Córdoba

door admin
De Moorse geschiedenis van Córdoba

Voor de Moren lieten de Visigoten er vanaf de zesde eeuw nog hun sporen na. Vijfenveertig jaar nadat de Moren Córdoba hadden opgeëist, werd Córdoba de hoofdstad van het islamitische Spanje (756 n.Chr.) op het moment dat de Syrische, verbannen prins Abd Al-Rahman I zichzelf tot heerser van Iberische moslims verklaarde.

De Mezquita

Rahman I stichtte de Mezquita op de plaats van een Visigotische kerk. De eerste bouw duurde slechts een jaar, vermoedelijk geholpen doordat gebruik werd gemaakt van Romeinse en Visigotische bouwwerken op de locatie. Het zou echter bijna tweehonderd jaar duren voordat de structuur zoals die nu nog is te zien, na talloze toevoegingen door latere heersers werd voltooid.

Het iconische interieur, met 856 dubbele bogen, was gemodelleerd naar de Rotskoepel van Jeruzalem. Moskeeën waren normaal uitgelijnd met de qibla, de richting van het gebed, wat theoretisch de richting is waar Mekka ligt. Vanaf Córdoba ligt Mekka in het oosten-zuidoosten, maar de Grote Moskee van Córdoba is meer naar het zuiden gericht.

In de 10e eeuw riep Abd ar-Rahman III een nieuw kalifaat uit in al-Andalus. Als onderdeel van zijn verschillende projecten vergrootte hij de binnenplaats van de Grote Moskee en bouwde de eerste echte minaret, tussen 951-952. Deze was 47 meter hoog en had een vierkante basis van 8,5 meter per zijde. De binnenplaats van de moskee werd al vanaf 808 beplant met fruitbomen. Nu is het nog steeds een fraai plein met sinaasappelbomen.

De zoon en opvolger van Abd ar Rahman III, Al-Hakam II, was betrokken bij de architectonische projecten van zijn vader. Tijdens zijn eigen bewind, beginnend in 961, breidde hij de gebedsruimte van de moskee verder uit. De hal werd 45 meter naar het zuiden verlengd door 12 extra traveeën (bogen) toe te voegen. Deze uitbreiding is verantwoordelijk voor enkele van de belangrijkste architectonische hoogstandjes en innovaties van de moskee.

De laatste belangrijke uitbreiding van de moskee onder islamitische heerschappij was door Al-Mansur (Almanzor), de autocratische vizier van kalief Hisham II, in 987-988. Al-Mansur breidde de moskee lateraal uit naar het oosten, waarbij zowel de binnenplaats als de gebedsruimte 47,76 meter werd verlengd en acht beuken aan de moskee werden toegevoegd. Al-Mansur plunderde ook de beroemde klokken van de kathedraal van Santiago de Compostela. Naar verluidt beval hij ze om te smelten en te veranderen in kroonluchters voor de moskee in Cordoba.

Andere bronnen stellen echter dat na de herovering door Ferdinand III de klokken werden teruggestuurd naar Santiago de Compostela.

Een toonaangevend licht in het westen

Toen Abdir Al-Rahman III in 929 n.Chr. heerser werd over het Moorse Spanje, was Córdoba de grootste en meest geavanceerde stad van Europa. De drie belangrijkste culturen – moslims, joden en christenen – leefden en werkten (grotendeels vreedzaam) zij aan zij. De vooraanstaande intellectuelen verrichtten baanbrekend werk op het gebied van geneeskunde, astronomie en filosofie. De universiteit in Córdoba werd de meest gevierde ter wereld. Christelijke studenten uit heel West-Europa, evenals moslimstudenten, woonden oude Griekse teksten bij die in het Arabisch, Latijn en Hebreeuws werden vertaald. De universiteit produceerde honderdvijftig auteurs.

Tijdens het bewind van al-Hakam II bezat de koninklijke bibliotheek in het Alcazar naar schatting 500.000 boeken. Dit was de meest uitgebreide bibliotheek in het westen. Toch waren er meer dan 80 bibliotheken en onderwijsinstellingen binnen het kalifaat.

In 1000AD had Córdoba een bevolking van ongeveer 400.000 inwoners. De economie in de stad was welvarend te noemen en er werden goederen vervaardigd zoals leer, metaalbewerking, geglazuurde tegels, textiel en landbouwproducten, waaronder een scala aan fruit, groenten, kruiden en specerijen en materialen zoals katoen, vlas en zijde.

Aan de bloei kwam een einde toen de reactionaire kanselier Al-Mansur in 976 effectief de controle over Al-Andalus nam. Hij verbrandde veel boeken over filosofie om de moslimgeestelijken te plezieren. Na zijn dood in 1002 volgde een burgeroorlog en waren er opstanden. Deze versnelden het verval van Córdoba. Toch leverde de 12e eeuw nog twee belangrijke filosofen op: de moslim Averroës (1126-98) en de joodse Maimonides (1138-1204).

Het verval van Córdoba

De strijd tussen de verschillende moslimfracties zou het lot van Córdoba bezegelen. In 1070 trokken troepen van de Taifa van Sevilla Córdoba binnen om te helpen bij de verdediging van de stad, die belegerd was door Al-Mamun, de heerser van Toledo. Ze namen echter de controle over en verdreven de laatste heerser van de taifa van Córdoba, Abd-Al Malik.

Al-Mamun hield niet op met zijn pogingen om de stad in te nemen en trok triomfantelijk de stad binnen op 15 februari 1075, om daar nauwelijks vijf maanden later – naar het schijnt vergiftigd – te sterven. Córdoba werd vervolgens in maart 1091 met geweld in beslag genomen door de Almoraviden.

Gezworen vijanden van de almohads, Ibn Mardanīš (de ‘Wolfskoning’) en zijn stiefvader Ibrahim Ibn Hamusk sloten zich aan bij Alfonso VIII van Castilië en belegerden Córdoba van 1158 tot 1160, waarbij ze de omgeving verwoestten maar faalden om de stad in te nemen.

Almohaden kalief Abdallah al-Adil verplaatste de gouverneur Al-Bayyasi van Sevilla naar Córdoba in 1224, alleen om te zien dat de laatste onafhankelijk werd van de heerschappij van de kalief.Al-Bayyasi vroeg Ferdinand III van Castilië om hulp, maar zag Córdoba tegen hem in opstand komen.

Jaren later, in 1229, onderwierp de stad zich aan het gezag van Ibn Hud, om hem later in 1233 alweer te verloochenen, en voegde zich in plaats daarvan bij de gebieden van heerser Muhammad Ibn al-Aḥmar, heerser van Arjona en bijna de emir van Granada.

De christelijke reconquista

Na een langdurige belegering werd Córdoba in 1236 door koning Ferdinand III van de Moren afgenomen en opgenomen in het christelijke Spanje. Ferdinand wijdde de moskee onmiddellijk in als katholieke kerk. Gelukkig heeft hij het oorspronkelijke gebouw niet vernield.

Verschillende toevoegingen aan de Mezquita werden door de eeuwen heen gemaakt door de christelijke heersers van Spanje, met als hoogtepunt de bouw van een gotische kathedraal bovenop de gebedsruimte in het midden van de 16e eeuw, in opdracht van de heilige Romeinse keizer en koning van Spanje, Karel V.

In 1328 begon, op bevel van koning Alfonso XI, de bouw van het grote Alcázar de los Reyes Cristianos (het kasteel van de katholieke koningen), op de plaats van het oorspronkelijke Moorse fort.

De Mezquita-Catedral van Córdoba is dagelijks te bezoeken. Volwassenen betalen 11 euro, kinderen tot 10 jaar zijn gratis, kinderen van 10-14 betalen 4 euro en 15-26-jarigen 9 euro.

Dit vind je misschien ook leuk