Door de asregen is zondagochtend om 2:23 uur en nieuwe brand ontstaan aan de noordkant van de brand – een deel waar de brand op dat moment bijna onder controle was. Hier zijn brandende deeltjes een gebied dat in juni bij een andere brand in de as werd gelegd en dat zo diende als ‘cortafuego’ (firewall), overgestoken. Bij deze nieuwe brand veel dichter bij de dorpen Jubrique en Genalguacil zijn nu al 25 hectare verwoest. Dit vuur veroorzaakt een nieuw front met een volgens de directeur van Infoca, Alejandro García, ‘voor Spanje ongewone potentie en kracht’ en trekt de Valle del Genal binnen. Het belangrijkste risicogebied ligt nu in het noordwesten van de brand.
‘Deze brand leidt een eigen leven’
‘Deze brand leidt een eigen leven’, erkent Infoca op zondag aan het begin van de middag. De verklaring ligt in de convectiecapaciteit, om een verticale beweging van de lucht te genereren, waardoor deze zijn eigen interne stromingen heeft die hem helpen zichzelf voort te stuwen en te verspreiden, ongeacht de wind die op dat moment in het gebied is.
Evacuatie
Daarom zijn de dorpen Jubrique, Genalguacil, Faraján en Pujerra met respectievelijk 523, 393, 287 en 330 inwoners volgens INE preventief geëvacueerd. Inwoners kregen om 5:35 zondagochtend te horen dat ze hun huizen moesten verlaten. De kans is groot dat uit de vuurwolk, die zich ditmaal horizontaal ontwikkelt en de dorpen bedreigt, brandend materiaal naar beneden valt. Met bussen en speciaal vervoer voor personen met een mobiliteitsbeperking is de evacuatie ‘volgens 112 rustig’ verlopen. Een speciaal team van hulpverleners, waaronder psychologen is opgeroepen om de inwoners bij te staan.
Bijna 2.000 mensen geëvacueerd
De inwoners van deze dorpen voegen zich nu bij de sinds donderdag geëvacueerde personen: 1.070 bewoners van de urbanisaties Forest Hill en Abejeras (750 personen), Peñas Blancas (37), Charca de la Extranjera (12), Huerta Padrón (60), Río Castor (5), Charca de las Nutrias (5), Río Velerín (65) en de zone Quiñones (40) in Estepona. En bij bewoners van Montemayor in Benahavís (80) en de zone Charco Azul (16) in Jubrique.
Hulp van landelijke militaire noodeenheid UME
De president van Andalusië heeft volgens de krant SUR bevestigd dat de Junta het landelijk ministerie van Defensie heeft verzocht om hulp van de militaire noodeenheid UME om de huidige grond- en luchtploegen te komen versterken.
Volgens Infoca blijkt uit de beelden vanuit de commando helikopter dat het vuur zich beweegt over een moeilijk begaanbaar terrein en zeer ‘onstuimig gedrag’ vertoont. Daarom zijn op dit moment 41 luchtmiddelen ingezet om de vlammen te bestrijden. Naar schatting zijn 6.000 hectare – voornamelijk natuurgebied – verwoest. Het gebied heeft nu een perimeter van 42 kilometer.
Nieuwe vuurwolk groter dan die van vrijdag
Experts vrezen dat deze nieuwe pyrocumulus. doordat het vuur zich in een ravijn ontwikkelt met een tunneleffect op de wind, een perimeter kan hebben tot 10 kilometer, waarmee deze vuurwolk veel groter is dan die van afgelopen vrijdagmiddag en die de autoriteiten er aanleiding toe gaf de inwoners van Jubrique en Genalguacil op te sluiten in hun woningen met alle deuren en ramen gesloten.
Inwoners vrezen meer aandacht voor villa’s langs de kust
De krant Málaga Hoy schrijft zondag dat inwoners van Genalguacil verwontwaardigd zijn over het ‘gebrek aan middelen’ in hun gebied en daarin door hun burgemeester Miguel Ángel Herrera worden gesteund. Veel van hen geloven dat het ‘redden van de huizen aan de kust’ meer prioriteit heeft gekregen dan hun inkomstenbronnen in de vorm van finca’s met moestuinen en fruitbomen en het natuurgebied. Van de 41 luchtmiddelen circuleren er ‘slechts’ zes over hun gebied.
Ze hebben een slechte nacht achter de rug. Sommigen bleven in de buurt van de brandweerlieden om met eigen ogen te zien hoe het vuur zich zou ontwikkelen. Een inwoner zette zijn ezel aan de rand van het dorp. Er vanuitgaande dat het dier zichzelf midden in het dorp in veiligheid zou brengen als het vuur hem te dicht zou naderen. Dan zou er nog voldoende tijd zijn om te vluchten. Een groepje van zeven inwoners is zelfs op eigen initiatief naar een front aan de rand van het dorp gegaan om het vuur te blussen bij gebrek aan brandweerlieden in dat gebied. Ze moesten terug toen het ze letterlijk te heet onder de voeten werd.