Geen meerwaardebelasting of ‘plusvalía’ meer in Spanje bij woningverkoop

door admin
Geen meerwaardebelasting of 'plusvalía' meer in Spanje bij woningverkoop

Het gaat om belasting die woningverkopers in Spaanse steden en dorpen moeten betalen over het verschil tussen de aankoop- en verkoopwaarde van de woning. Met andere woorden, over de waardeverandering van de woning sinds de eigenaar deze zelf kocht. Deze fiscale regel bracht de Spaanse gemeenten jaarlijks in totaal 2,5 miljard euro op. 

Omstreden belastingregel

De meerwaardebelasting komt niet alleen voor rekening van woningverkopers, maar ook voor iedereen die een woning erft of deze op andere wijze geschonken krijgt. Dat het om een omstreden belastingregel gaat blijkt wel uit het feit dat er nu al voor de derde keer in vier jaar tijd een rechterlijke uitspraak over wordt gedaan. 

De eerste keer was in 2017, toen werd een einde gemaakt aan de regel dat ook over waardeverlies van de woning belasting moest worden betaald. Daarna, in 2019, volgde opnieuw een aanpassing en werd de belasting afgeschaft in de gevallen waarbij het bedrag van de heffing groter was dan de waardestijging van de woning. 

De recente nietigverklaring van de berekeningsmethode voor de meerwaarde gaat in voor alle koopovereenkomsten die vanaf nu worden gesloten of die nu nog in onderhandeling zijn. Het besluit van de rechter geldt dus niet met terugwerkende kracht. Totdat er een nieuwe wet is aangenomen, zullen gemeenten in Spanje het zonder deze extra inkomstenbron moeten doen. 

Belasting niet gebaseerd op werkelijk waardeverschil

Het constitutioneel hof heeft de berekeningsmethode nietig verklaard omdat deze uitgaat van vaste parameters die niet altijd overeenkomen met de daadwerkelijke waardevermeerdering van een woning. Bovendien vindt de rechter dat de meerwaardebelasting in strijd is met het principe ‘naar economische draagkracht’ dat vastgelegd is in artikel 31 van de grondwet en waarin gesteld wordt dat iedereen dient bij te dragen aan publieke uitgaven. 

Om de, nu dus nietig verklaarde, meerwaarde te berekenen moet de kadasterwaarde van de woning vermenigvuldigd worden met het aantal jaar dat de woning in bezit is geweest. Hierop wordt een jaarlijks percentage toegepast dat doorgaans niet hoger is dan 3,5 procent. Het bedrag dat daar uitkomt is de grondslag die belast wordt met maximaal 30 procent.

Een voorbeeld: iemand kocht in 2012 een appartement en gaat dat nu verkopen. Het appartement heeft een kadasterwaarde van 150 duizend euro. Het percentage dat de betreffende gemeente heeft vastgesteld voor de waardeverandering is bijvoorbeeld 3,5 procent. 3,5 maal de negen jaar dat het appartement in bezit is geweest komt op 31,5 procent. 

De verkoper moet in dit geval 30 procent meerwaardebelasting betalen over 47.250 euro (31,5 procent van de huidige kadasterwaarde van 150 duizend euro), dat is 14.175 euro.

Uit dit rekenvoorbeeld blijkt dat de werkelijke waardeverandering tussen het aan- en verkoopmoment van de woning niet per se gelijk is aan het bedrag waarover belasting wordt betaald. Bovendien wordt bij deze rekenmethode buiten beschouwing gelaten of een woning in de periode dat deze in het bezit is geweest is toegenomen of juist is afgenomen. 

Dit vind je misschien ook leuk