Dat heeft het Spaanse Ministerie van Inclusie aangekondigd. Dit betekent dat Spaanse werkgevers nu werknemers kunnen inhuren die niet in Spanje of de EU wonen om tijdelijk werkzaamheden uit te voeren in functies die moeilijk te vervullen zijn door de binnenlandse arbeidsmarkt of die van de EU.
Om in aanmerking te komen voor tewerkstelling onder de categorie contracten van buitenlandse origine, moeten deze werknemers een tijdelijk contract hebben van maximaal een jaar en buiten de EU of EER wonen.
Voor het eerst laten de regels ook toe dat in het buitenland ondertekende contracten – contratos en origen – worden verlengd tot twaalf maanden. Tot nu toe konden ze slechts voor een periode van negen maanden worden verlengd.
De wijzigingen werden op 30 december gepubliceerd in de Spaanse Staatscourant (BOE).
De regelgeving voor de inhuur uit niet-EU landen wordt jaarlijks geactualiseerd op grond van de nationale werkgelegenheidssituatie en de verwachte cijfers van banen die onder deze categorie zouden kunnen vallen.
Door de nieuwe goedgekeurde regelgeving voor 2022 worden voor het eerst circulaire migratieprojecten met derde landen gefaciliteerd in sectoren waar een vraag naar arbeid bestaat.
Volgens de Spaanse minister van Inclusie, José Luis Escrivá, vormt deze regelgeving een waardevol instrument om veilige en ordelijke migratie te bevorderen.
Volgens een recent onderzoek van de Bank van Spanje heeft 27 procent van de Spaanse werkgevers moeite om vacatures in te vullen. De grootste tekorten zijn te vinden in de sectoren landbouw, horeca en bouw.
Het BOE-bulletin bevat ook nieuwe regels ten aanzien van de voorwaarden waaraan werkgevers dienen te voldoen. Die betreffen bijvoorbeeld huisvesting, gezondheid en veiligheid voor de tijdelijke werknemers.
In 2021 is een proefproject voor circulaire migratie met Honduras van start gegaan. Daarmee zullen in 2022 250 Hondurese arbeiders deelnemen aan landbouwcampagnes. Daarnaast zijn er ook programma’s met Marokko, Colombia en Ecuador.
Zodra de contractperiode is afgelopen, dienen werknemers terug te keren naar hun land van herkomst. De vraag naar arbeidskrachten zal bij voorkeur worden gericht aan de landen waarmee Spanje afspraken heeft over migratiestromen. Dat zijn Colombia, Ecuador, Marokko, Mauritanië, Oekraïne en de Dominicaanse Republiek. Arbeidskrachten kunnen ook worden ingehuurd uit andere landen waarmee Spanje connecties heeft op dit gebied, waaronder Gambia, Guinee, Guinee-Bissau, Kaapverdië, Senegal, Mali, Niger, Mexico, El Salvador, de Filippijnen, Honduras, Paraguay en Argentinië.