De gepubliceerde documenten tonen bankafschriften van een bankrekening van de partij Alianza Popular bij de inmiddels verdwenen Banco Fomento. Deze rekening werd omschreven als ‘vertrouwelijk’ omdat de transacties erop ‘niet voorkomen in de boekhouding’. De Alianza Popular zou later fuseren tot de huidige Partido Popular.
De documenten werden in 1990 door de voormalige penningmeester Rosendo Naseiro ondergebracht bij een notaris met de mededeling dat ze openbaar gemaakt zouden moeten worden op het moment dat Naseiro door zijn partij als ‘zondebok’ ingezet zou worden. Daarbij zou Naseiro, die toen net in voorlopige vrijheid werd gesteld in een corruptieschandaal rond illegale partijfinanciering, zo hulp afdwingen van toenmalige premier José María Aznar. In de documenten verklaart Naseiro dat alle handelingen die hij met betrekking tot die bankrekening verrichte in opdracht gebeurden van Aznar.
Sindsdien zijn er ruim 25 jaar verstreken en wist de onafhankelijke krant El Diario de papieren in handen te krijgen. Op de afschriften is volgens de krant te zien dat er transacties werden gedaan met bedragen van in totaal 1,2 miljoen euro. Bovendien was het saldo bij het sluiten van de rekening toen Alianza Popular overging in Partido Popular van 8 miljoen pesetas (45.000 euro) hetzelfde saldo dat als eerst storting verschijnt in de papieren van Bárcenas onder vermelding van de initialen R.N. van Rosendo Naseiro.
Dagelijkse gang van zaken
De PSOE heeft al om een verklaring van de Spaanse premier geëist over de publicaties. Rafael Hernando, woordvoerder van de PP, wees opnieuw naar slechts twee personen als verantwoordelijk voor de illegale boekhouding: de voormalige penningmeesters Luis Bárcenas en Alvaro Lapuerta. Volgens de PSOE bewijzen de gepubliceerde documenten meer dan ooit dat het niet ging om fraude binnen de partij gepleegd door slechts twee individuen, maar geeft het aan dat het vanaf de oorsprong van de partij een dagelijkse gang van zaken was om er een dubbele boekhouding op na te houden.