Het doek Femme assise près d’une fenêtre (Marie-Thérèse), was de ster van de Christie’s 20th Century Art veiling.De waarde van dit grote en kleurrijke portret van Picasso’s muze en minnares Marie-Thérèse Walter, was door experts geschat op $55 miljoen dollar en bracht na een bijna 20 minuten durende strijd het dubbele op.
Twee kopers boden telefonisch tegen elkaar op: het openingsbod bedroeg 45 miljoen dollar, een bedrag dat later werd verhoogd tot 55 miljoen dollar, om uiteindelijk uit te komen op een hamerprijs van 90 miljoen dollar, waarbij dan nog de commissies en belastingen werden opgeteld.
Uniek werk
Het doek, bijna twee meter hoog en 1,14 meter breed, wordt beschouwd als een uitzonderlijk werk van Picasso, omdat hij Marie-Thérèse gewoonlijk liggend schilderde, naakt, met haar ogen dicht en in gedachten verzonken, maar in dit schilderij zit ze op een zwarte stoel bij een raam.
Topjaar
Bovendien werd het geschilderd in ‘topjaar’ 1932, een van de meest productieve en meest begeerde jaren van de kunstenaar: ‘Iedereen wil een van zijn werken uit 1932,’ vertelde Vanessa Fusco, de mededirecteur van Christie’s 20th Century Art veiling. Picasso schilderde het portret in Normandië. Het maakt deel uit van een reeks portretten van Marie-Thérèse die werden tentoongesteld in de tentoonstelling ‘Picasso, 1932: Love, Fame, Tragedy,’ die in 2017 en 2018 te zien was in het Londense museum Tate Modern en het Parijse Musée de Picasso.
Symbolische grens
Het donderdag geveilde schilderij van Picasso werd acht jaar geleden in Londen geveild voor omgerekend zo’n 44,8 miljoen euro. Vijf werken van Picasso hebben nu de symbolische grens van 100 miljoen dollar overschreden. De duurste Picasso is Les femmes d’Alger (Version O), dit schilderij wisselde in 2015 voor 179,4 miljoen dollar van eigenaar.
Meer Spaanse werken
Kort na de verkoop van het portret van Marie-Thérèse werd een ander schilderij van Picasso, Femme dans un fauteuil, geveild. De schatting voor dit schilderij was minimaal $15 miljoen en maximaal $20 miljoen dollar, maar het werd uiteindelijk geveild voor ‘slechts $14,7 miljoen’, (17,1 miljoen dollar inclusief alle kosten en belastingen).
Een derde Picasso, Tête de femme, werd verkocht voor het ‘bescheiden’ bedrag van 4,1 miljoen dollar, daarmee overtrof het de verwachte maximumprijs van 3,5 miljoen dollar.
Op dezelfde veiling bracht een volumineus beeldhouwwerk van Joan Miró, Femme (Femme debout,) 4,1 miljoen dollar op, daarmee bleef de prijs ver onder de verwachte minimumprijs van 7 miljoen dollar.