Serie Spaanse musea deel 10: Museo Carmen Thyssen Málaga

door admin
Serie Spaanse musea deel 10: Museo Carmen Thyssen Málaga

Bijna nóg authentieker want tijdens een rondgang door het museum in Málaga waan je je in het romantische en folkloristische Andalusië uit de negentiende eeuw. Het échte Spanje.

Alleen al het Museo Picasso en het Museo Carmen Thyssen Málaga maken een bezoek aan deze Zuid-Spaanse stad tot een hoogstaande culturele belevenis. Het zestiende eeuwse Palacio de Villalón waar de collectie van Carmen Thyssen te bewonderen is, blijkt van binnen verrassend modern. In de prachtige eigentijdse zalen komt het kleurige negentiende eeuwse Andalusische leven nog meer tot leven.

Palacio de Villalón

Net als het Palacio de Buenavista waar het museo Picasso is gehuisvest, is het Palacio de Villalón een voorbeeld van de typische zestiende eeuwse Andalusische architectuur waarin Moorse elementen samenkomen met elementen uit de Renaissance. Dit paleis heeft in de loop der eeuwen echter ingrijpende veranderingen ondergaan, waarbij een groot deel van de historische elementen verloren zijn gegaan. De grootste ingreep vond plaats in de jaren zestig van de vorige eeuw, toen alles in het teken van de modernisering stond. Daarna hebben er weer renovaties plaatsgevonden om het paleis enkele van zijn oorspronkelijke kenmerken terug te geven zoals de renaissancistische voorgevel. Van binnen voldoet het gebouw geheel aan alle eisen van een modern museum.

Paisaje romántico y constumbrismo

Op de begane grond van het museum hangt de collectie ‘Paisaje romántico y costumbrismo’ (romantische landschappen en folklore). De schilderijen laten zien hoe de landschapschilderkunst een verandering doormaakte tijdens de Romantiek in de negentiende eeuw.

Europese schilders trokken naar het romantische Andalusië om de woeste Zuid-Spaanse natuur vast te leggen. Op zoek naar, en ter bevestiging van de eigen identiteit kozen de Andalusische schilders voor alledaagse taferelen voor hun schilderijen. Deze schilderijen genoten grote populariteit onder de reizigers die naar het avontuurlijke Andalusië waren gekomen. Zo kreeg Andalusië in de rest van Europa het imago van het romantische Spanje, met zijn exotische Moorse verleden, zigeuners, flamencodansers, bandieten, stierengevechten en processies.

Om de schilderijen gemakkelijk te kunnen vervoeren, werden ze geschilderd op klein formaat. Zo werden de typische kleine steegjes, de Moorse architectuur, de traditionele Spaanse klederdracht, feesten en tradities en vooral ook de sensuele Andalusische vrouwen bekend in heel Europa.

De bekendste Andalusische schilders uit de Romantiek in de collectie van het museum Carmen Thyssen zijn Rafael Benjumea, José Domínguez Bécquer en Manuel Cabral Aguado Bejarano.

Preciosismo y pintura naturalista

Op de eerste verdieping maak je een stap naar de tweede helft van de negentiende eeuw. Naar het voorbeeld van de Spaanse schilder Mariano Fortuny worden de schilderijen in vrolijke kleuren en met meer oog voor detail geschilderd. Deze stroming wordt aangeduid met preciosismo (verfijning, detaillering) vanwege de toegepaste techniek voor het weergeven van de kleinste details. De thema’s bleven veelal hetzelfde: landschappen en folklore maar ook religieuze taferelen waren favoriet.

Het toepassen van een gedetailleerdere schildertechniek kwam als een reactie op de subjectieve weergave in de landschapschilderkunst uit het begin van de negentiende eeuw. De voorkeur ging nu uit naar realistischere afbeeldingen. Een groot voorbeeld voor de schilders uit deze tijd was de Belgisch-Spaanse Carlos de Haes. Het schilderen van de zee werd in deze periode steeds populairder, boten en havens gingen een steeds belangrijkere rol spelen. Zo verdwenen langzaam maar zeker het platteland en de stadse taferelen uit de negentiende eeuwse schilderkunst.

Uit deze periode zijn werken te zien van onder andere Carlos de Haes, Mariano Fortuny, Raimundo de Madrazo en Emilio Sánchez-Perrier.

Fin de Siglo 

Op de tweede verdieping van het museum zie je hoe aan het einde van de negentiende eeuw, begin twintigste eeuw de schilderkunst in het teken van het modernisme komt te staan. Artiesten uit deze periode willen vroegere thema’s loslaten en nieuwe wegen gaan bewandelen. De Spaanse schilders verleggen hun blik nu over de grens. De Valenciaanse schilder Joaquín Sorolla loopt voorop in een nieuwe, lichte en optimistische moderne manier van schilderen.

In de negentiende eeuw had Spanje in het middelpunt van de belangstelling gestaan bij Europese schilders en schrijvers. Een nieuwe generatie schilders gebruikte opnieuw dit imago van een exotisch, vrij, mysterieus en wild land. Zij bekeken de modernisering van hun eigen schilderkunst door de ogen van deze buitenlandse beeldvorming. De mysterieuze sensuele Spaanse vrouw bleef een populair thema bij de Spaanse schilders.

Masetros antiguos

Terug op de eerste verdieping is er nog een kleine maar zeer diverse collectie kunst van oude meesters te bewonderen. Van Italiaanse religieuze beeldhouwkunst tot de Spaanse Francisco de Zurburán. Er is zelfs werk van de Nederlandse Abraham Bloemaert in de collectie opgenomen.

Días de verano, de Sorolla a Hopper

Tot 6 september van dit jaar is in het Museo Carmen Thyssen Málaga de zomerse tentoonstelling ‘Días de Verano, de Sorolla a Hopper’ te bezichtigen.

Halverwege de negentiende eeuw kregen de zee en het strand een sociale betekenis voor de Spaanse burgerij. Badplaatsen gingen een belangrijke rol spelen in het dagelijkse sociale leven. Dit bracht nieuwe gewoonten en een nieuwe mode met zich mee. Er kwamen terrassen, boulevards en casino’s aan het strand. Voor de moderne schilders werd dit een belangrijk thema in hun schilderwerk.

De tentoonstelling Días de Verano geeft een uitgebreid beeld van dit sociale fenomeen dat naar heel Europa en zelfs Amerika over zou waaien. Het zou de oorsprong zijn van het latere massale strandtoerisme dat een hoogtepunt bereikte in de twintigste eeuw.

Schilders als Monet, Cézanne, Fortuny, Sorolla en Hopper hebben dit fenomeen onsterfelijk gemaakt.

(Het afgebeelde schilderij is van Joaquín Sorolla: ‘Vendiendo melones’ uit 1890)

Dit vind je misschien ook leuk