In de periode tussen 2008 en 2013 was het verschil in uitgaven minder groot, toen betaalden buitenlanders 19% meer per vierkante meter. Uit het onderzoeksrapport van de Spaanse Bank dat deze week werd gepresenteerd blijkt ook dat de deelname van buitenlandse kopers op de Spaanse woningmarkt in de afgelopen jaren niet heeft geleid tot een stijging van de huizenprijzen, zoals tot nu toe werd aangenomen.
Meer buitenlanders permanent in Spanje
In het rapport is het huizenkoopgedrag van buitenlanders tussen 2007 en 2019 geanalyseerd waarbij uitdrukkelijk niet is gekeken naar investeringsgedrag van fondsen of bedrijven, maar naar het koopgedrag van niet-Spaanse particulieren. Opmerkelijk daarbij is dat er in de afgelopen jaren een dalende trend is te zien in de huizenverkoop bestemd als vakantiebedrijf, maar er vanaf 2014 juist een stijgende lijn is in de huizenverkoop aan buitenlanders die zich permanent vestigen in Spanje.
De Britten kopen het liefst een tweede huis in Spanje: tussen 2014 en 2019 kwam 23% van de buitenlandse huizenkopers uit het Verenigd Koninkrijk. In de afgelopen drie jaar echter, hebben de Britten samen meer huizen verkocht dan gekocht. Dat is volgens de Banco de España toe te wijzen aan onzekerheden rondom de Brexit. De Fransen, Belgen en Zweden daarentegen hebben in de afgelopen jaren juist meer gekocht dan verkocht op de Spaanse huizenmarkt. 84% van de buitenlandse huizenkopers komt uit de EU (inclusief Engeland) en Noorwegen.
Middellandse zeekust populair
Een duidelijke geografische voorkeur voor vakantiehuizen in Spanje is er voor de Middellandse zeekust en de beide eilandengroepen. De meeste huizen (40%) worden verkocht in de provincie Alicante, gevolgd door Málaga, Santa Cruz de Tenerife, de Balearen, Gerona, Las Palmas en alle kustprovincies van Barcelona tot aan Huelva, waarbij de Atlantische kustprovincies beduidend minder populair zijn. De geografische voorkeur van permanent in Spanje wonende buitenlanders is anders; zij wonen minder vaak in de kustprovincies en kiezen hun woonplaats in de binnenlandse provincies met meer economische activiteit zoals Madrid, Guadalajara en Toledo.
Deze laatste groep kopers geeft gemiddeld ook minder geld uit: zij betalen gemiddeld 4% meer voor een woning dan Spanjaarden. Het gaat hier veelal om arbeidsmigratie en betreft kopers uit bijvoorbeeld Marokko (14%) of Roemenië (12%). Tussen 2014 en 2019 daalde het percentage permanent in Spanje verblijvende EU-burgers van 58% naar 53%.
Bevolkingsgroei oorzaak van hogere huizenprijzen
De stijging van de huizenprijzen is volgens het onderzoek van de Banco de España niet het gevolg van de participatie van buitenlandse vakantiehuiskopers. Deze trend hangt eerder samen met een toenemende bevolkingsdichtheid. In dat opzicht hebben de permanent in Spanje wonende buitenlanders wel invloed gehad op de stijgende prijzen.